Vraag&Antwoord

De dood van Mozes (1) - Peter van 't Riet - 2009
Waarom mocht Mozes het beloofde land niet binnengaan?

Vraag: Bij het lezen van het Oude Testament stuitte ik op het gegeven dat Mozes het beloofde land niet binnen mocht, omdat hij gezondigd had bij het oplossen van het drinkwaterprobleem en op de rots sloeg, terwijl God hem had opgedragen om tot de rots te spreken. Jozua moest het van hem overnemen. In een uitleg daarover vond ik dat dit een verwijzing naar Jezus zou zijn, immers de naam Jozua betekent ook Jezus. Het is een oud verhaal, maar de uitleg dat Jezus het dus moest doen, was nieuw voor mij en dat bracht mij weer op de vraag wat de joodse uitleg van dit gebeuren zou zijn.

Antwoord: De aanleiding tot de dood van Mozes is de gang van zaken in Numeri 20. Mozes slaat daar op de rots om het volk van water te voorzien. Het verhaal is niet erg duidelijk op het punt van de precieze overtreding die Mozes en Aäron begaan. De joodse verklaarders zijn ook niet eenduidig over de aard van de overtreding. Maimonides zoekt het in het feit dat Mozes zich emotioneel in woede heeft laten meeslepen hetgeen een man van zijn positie onwaardig zou zijn. Andere rabbijnen zoals Nachmanides gaan daar tegenin en zoeken de verklaring in het verschil tussen Gods opdracht in vers 8 (spreek tot de rots!) en de uitvoering van die opdracht in vers 11 (Mozes sloeg op de rots!). Deze laatste verklaring sluit het beste aan bij het verhaal. De rots is immers een symbool voor de verharding van het volk waar het verhaal mee inzet. Die moet doorbroken worden, opdat er weer levend water uit hun volksbestaan kan gaan stromen. Het verhaal maakt duidelijk dat de Tora ingang moet vinden door middel van woorden (overtuigingskracht en vertrouwen) en niet door middel van fysiek geweld (dwang en slaag). Dat aspect van dwang bij het aanvaarden van de Tora mag niet mee naar het beloofde land. Vandaar de straf van Mozes en Aäron.

Maar vaak zit er aan de negatieve dingen ook een positieve kant. Het feit dat Mozes het land niet mocht betreden en er zelfs niet begraven werd (in tegenstelling tot Jozef wiens gebeente er mee naartoe werd genomen), is in het grotere verhaal van de Tora wel heel functioneel. De Tora (Mozes) is er immers niet voor het land, maar het land is er voor de Tora. In het land Israël kan de Tora in meerdere mate worden gepraktiseerd, maar ook buiten het land behoort zij te worden nageleefd. Dat niemand ooit Mozes' graf geweten heeft (Deuteronomium 34:6), is dan ook een diepzinnige gedachte. Het graf is in Israël de plek waar je iemands leven - zijn woorden en daden - gedenkt. Voor Mozes (de Tora) is er niet één zo'n plek. De woorden en daden (mitswot) van de Tora dienen overal te worden overdacht, zowel binnen als buiten het land Israël. En bij overdenken alleen kan het niet blijven. Daarom brengt Jozua het volk het land binnen om in de vorm van een vrije, onafhankelijke samenleving te realiseren wat in de woestijntijd geleerd is. Dat is de opgaande lijn in het verhaal: Tora vervullen is een opgaand leerproces. Dat die lijn later soms weer afbreekt door verwaarlozing, overtreding, bezetting en ballingschap is de historische realiteit. Maar ook is er steeds terugkeer (bekering), bevrijding (verlossing) en een nieuw begin.

De verklaring dat Mozes het land niet mocht binnengaan omdat Jozua alias Jezus het stokje van hem moest overnemen (en dus voor Mozes in de plaats zou komen), is een typische nabijbels-christelijke verklaring die geen recht doet aan de oorspronkelijke bedoeling van het verhaal. In de evangeliën is daarvoor ook geen enkele steun te vinden. Als de evangeliën Jezus al in verband brengen met Jozua (en Lukas doet dat; zie hoofdstuk 7 van mijn boek Lukas versus Matteüs) dan is ook daar de bedoeling om het volk weer tot vervulling van de Tora (Mozes) te brengen.


This is the website of Peter van 't Riet