Boekrecensie

Over schepping gesproken - Piet Warners - 2009
Nes Ammim Internationaal 2 / 2009

Schepping en evolutie, creationisme en intelligent design, het is op het ogenblik weer een hot issue. Een folder werd in 6 miljoen exemplaren verspreid om ons toch op het 'Bijbelse' spoor te houden. Andries Knevel baarde opzien door te zeggen dat hij niet meer de overtuiging heeft dat de aarde zo'n 6000 jaar geleden in zes dagen geschapen is. En toch is hij niet van het christelijk geloof afgestapt. Voor mij iets als een déjà vu. Wanneer heb ik dat al eerder beleefd? Jawel, in mijn jonge jaren toen ik op het gymnasium zat en tijdens mijn studietijd, zo'n 50 jaar geleden.

In 1952 kwam professor Lever aan de VU. In zijn inaugurele rede meldde hij dat dit soort 'scheppingsgeloof' niet (meer) het zijne was. Hij heeft het geweten! Heftig waren de discussies in kerk en universiteit. Moest je de Bijbel dan niet 'letterlijk' nemen? Het is interessant om te zien hoe de discussie van 40 á 50 jaar geleden nu weer oplaait, in wat nu de rechtse orthodoxie is, inclusief de evangelische geloofsrichting. Voor het gevoel van velen een achterhoedegevecht. Er zijn toch belangrijker zaken om je druk over te maken. Voor anderen is het van levensbelang - zozeer zelfs dat een kapitaal wordt gestoken in het verspreiden van een huis-aan-huisfolder. Je zou toch zeggen: dat geld had beter besteed kunnen worden. Ook als je meent dat het een belangrijk geloofsgegeven is.

Deze overwegingen kwamen bij mij naar boven bij het lezen van het boek van Peter van 't Riet: De filosofie van het scheppingsverhaal. Van 't Riet is geen theoloog, maar wiskundige en psycholoog die zich ook bezig houdt met de betekenis van het jodendom voor de uitleg van het Nieuwe Testament. Daarover heeft hij verschillende boeken gepubliceerd. Maar dit boek gaat dus over het begin van de Bijbel.

Wellicht kan dit boek mensen op een spoor zetten bij het denken over de weer opgelaaide discussie. Het is duidelijk dat één van de uitgangspunten van Van 't Riet is dat de bijbelschrijver niet in de eerste plaats de bedoeling heeft natuurkundige en biologische informatie te geven. Daarnaar zoeken heeft geen zin - dat zijn vragen van de laatste eeuwen. Op bladzijde 77 en volgende gaat hij wel op die vragen in. Het scheppingsverhaal stelt dat God de werkelijkheid heeft geschapen inclusief ons waarnemingsvermogen (empirie) en ons verstand (ratio). Daarom kunnen we de werkelijkheid leren kennen zoals de empirisch-rationele wetenschappen haar aan ons kenbaar maken. Dus met inbegrip van mogelijke evolutie. Het scheppingsverhaal gaat echter een stap verder dan de natuurwetenschap. Zonder de in de loop der eeuwen ontwikkelde kennis uit te sluiten confronteert Genesis ons met onze morele werkelijkheid en biedt ons een 'ethisch ontwerp' (ethical design). Dat is dus wat Van 't Riet bedoelt met de filosofie van het scheppingsverhaal. 'Het begin van Genesis is geen verhandeling over de herkomst en de ouderdom van de aarde, maar een antropologie (leer aangaande de mens), die uitmondt in een vorm van praktische filosofie.' (blz. 24).

Tegen deze achtergrond legt Peter van 't Riet Genesis 1:1-2:4 vers voor vers en woord voor woord uit. Hij noemt zijn boek zelf een reis door de tijd. Een reis die heel veel te maken heeft met de werkelijkheid waarin wij vandaag leven. Heel veel gezichtspunten komen aan de orde - soms in uitweidingen die naar mijn smaak wat korter hadden gekund en die de leesbaarheid niet altijd ten goede komen. De tekst wordt in het Hebreeuws weergegeven met daarnaast een fonetische weergave en een eigen vertaling. De schrijver heeft gelijk als hij zegt dat we goed moeten bedenken dat in de oudheid het Jodendom een godsdienst zonder beelden was.

Het cultuurvoertuig bij uitstek was de taal (blz. 119). Zijn interpretatie is geheel op de taal gebaseerd. Daarbij vergelijkt hij de tekst van het scheppingsverhaal met de scheppingsmythen van de Babyloniërs en de filosofie van de oude Grieken. Dat levert veel interessante en behartenswaardige zaken op. Veel wordt ook verwezen naar en gebruik gemaakt van de oude Joodse wijsheid zoals die ligt opgetast in Talmoed en Midrasj en bij de latere Torageleerden. Het is goed om bij het lezen te bedenken dat in de Joodse traditie elke interpretatie zijn recht heeft zonder aanspraak te maken op exclusiviteit.

Het merkwaardige is dat ik ook bij het lezen van dit boek hetzelfde déjà vu gevoel kreeg als bij die oplaaiende discussie over schepping of evolutie. In de zestiger jaren zaten we als studenten aan de voeten van ds. Frans Breukelman, die later docent werd aan de Universiteit van Amsterdam. Hij legde het scheppingsverhaal uit vanuit heel andere gezichtspunten dan we gewend waren. Het was een soort openbaring voor ons. Hij leerde ons een begaanbare weg om op een diepgelovige manier die oude woorden te lezen. Een weg waarop de vruchteloze discussies overbodig zijn. Breukelman sprak niet over de filosofie van het scheppingsverhaal maar over het kerugma ervan. Dat betekent: de boodschap die het voor ons heeft en houdt. Met alle verschillen die er zijn: Van 't Riet en Breukelman zouden weinig onenigheid hebben. Helaas mis ik in het namenregister van het boek de naam en het werk van Breukelman. Als Van 't Riet daar kennis van genomen zou hebben, zou zijn boek misschien nog beter geworden zijn. Want ik vind het een goed en instructief boek waaruit veel te leren valt.

Deze recensie is overgenomen uit: Nes Ammim Internationaal 2009 nr. 2.
This is the website of Peter van 't Riet