Boekrecensie

Lessen in 'LERNEN' van rabbijn Gradwohl - St.B. - 1990
Levend Joods Geloof (september)

'Blijkbaar is er een toenemende en wellicht blijvende belangstelling voor de Bijbel, en meer in het bijzonder voor Tenach - de Hebreeuwse Bijbel - als men althans het aantal boeken, dat daarover verschijnt en de toeloop naar de vele leerhuizen als maatstaf mag nemen. Bijzondere aandacht krijgt de Tora. Haar positie als basisboek van de gehele westerse beschaving, voor joden, christenen en humanisten vindt in onze verwarde wereld steeds meer erkenning. Met die erkenning breekt het begrip door voor de wijze waarop wij joden al bijna twintig eeuwen met die Tora omgaan. Na eeuwen van minachting en verguizing van de joodse benadering van deze cultuurschat, zomede van de waarde van de gehele 'Mondelinge Leer' als beschavingsdocument, wil men thans meelezen met de leraren van Talmoed en Midrasj en met de vele joodse verklaarders, die in die twintig eeuwen hun licht op 'de leer der waarheid' hebben laten schijnen. Vandaar de toeloop naar de leerhuizen, de belangstelling voor een uitgave als 'Tenachon' van Eli Whitlau en Yehoeda Aschkenasy en vandaar de stroom van boeken en boekjes over joodse benadering van de Tora-tekst en alles wat daarvan is afgeleid.'

Met bovenstaande inleiding begon dr. Maurits Goudeket z.l. in ons januarinummer 1989 zijn bespreking van het eerste boekje in de serie 'Uit Joodse bronnen' van de hand van dr. Roland Gradwohl. In deze uitgave besprak Rabbijn Gradwohl, die in Jeruzalem woont, rabbijn was in Bern en thans als free-lance korrespondent en medewerker verbonden is aan verschillende Duitse en Zwitserse tijdschriften en radiostations, vijf teksten uit de eerste twaalf hoofdstukken van Beresjiet (Genesis). In dit eerste boekje wordt omstandig uitgelegd hoe je moet 'Iernen'. In het inleidende hoofdstuk wordt uiteengezet hoe de joodse 'bijbelexegese' eigenlijk werkt. Het is naar dit hoofdstuk dat de vertaler in zijn voorwoord bij het verschijnen van het tweede boekje in deze serie verwijst.

'Uit Joodse bronnen', deel 2 is enkele maanden geleden verschenen. Ook nu weer heeft Peter van 't Riet een prettig leesbare vertaling geleverd, waarbij opnieuw dr. Willem Zuidema hem heeft geadviseerd over de transkriptie van het Hebreeuws. Ook heeft de vertaler rekening gehouden met enkele opmerkingen die bij het verschijnen van het eerste deeltje werden gemaakt. Zo heeft hij ditmaal het door dr. Gradwohl gebruikte 'Herr' voor Gods naam niet vertaald met 'Heer', maar met 'de Eeuwige'.
Het boek bevat zes hoofdstukken, onderwerpen zouden we ze willen noemen. Vier zijn aan Beresjiet (Genesis) ontleend en de overige twee aan Sjemot (Exodus). Van Genesis 1 en 2 behandelt dr. Gradwohl: God - de schepping - de mens en de sjabbat. In de overige hoofdstukken behandelt hij de binding van Izaak, Jakobs droom, de verzoening van Jozef met zijn broers, de openbaring van God bij de doornstruik (uit Sjemot) en eveneens uit Sjemot hoofdstuk 12:1, 3-4, 6-7, 11-14: 'Een Pessach is het voor de Eeuwige', het slachten van het lam, het bloed aan de deurposten en het straffen van het land Egypte.

Gradwohl gebruikt de volgende volgorde: eerst citeert hij de tekst, die daarna in zijn kontekst van het hele Tora-verhaal wordt geplaatst. Vervolgens worden de kernwoorden van de Hebreeuwse tekst opgesomd en zo nodig verklaard, dan volgt de exegese, woordverklaring, aanwijzing, diepere samenhang, verborgen betekenis, en als slot presenteert hij een stukje toepassing van het geleerde op de eigen tijd, de levensles die uit het geleerde is te trekken. Dit alles vrij uitvoerig, met bronvermelding en achtergronden en bijzonderheden over vroegere verklaarders. De auteur heeft zich niet alleen beziggehouden met oude bronnen. Hij heeft ook gebruik gemaakt van joodse kommentatoren uit de Middeleeuwen tot aan de hedendaagse bijbelgeleerden. Het boekje wordt afgesloten met een uitgebreide literatuurlijst en een verklaring van de gebruikte afkortingen.

'Uit Joodse bronnen' leest vlot (128 blz.) en wij zouden het voor belangstellenden van harte willen aanbevelen. 'Tora-studie is geen afgesloten proces, er blijft steeds ruimte voor diepgaander studie om te onderzoeken welke betekenis er achter de eenvoudige Tora-tekst verborgen is', zo werd het geformuleerd in het voorwoord van het eerste deeltje waarover wij hierboven spraken.


This is the website of Peter van 't Riet