Artikelen - Christendom

De nachtmerrie-exegese van ds. Mos - Peter van 't Riet - 2006

Twintig jaar geleden begon ik mijn tweede boek "Zonder Tora leest niemand wel" over de joodse achtergronden van de evangeliën met de opmerking dat veel predikanten en theologen nachtwacht-exegese bedrijven op bijbelverhalen. Zij plaatsen zich als het ware voor de Nachtwacht van Rembrandt zonder enige kennis van diens tijd, zijn leven en zijn werk. Noch hebben zij enig inzicht in de schilderkunst, laat staan de schilderkunst in Rembrandts tijd. Wat zij wel weten is dat het meesterwerk sinds jaar en dag de "Nachtwacht" heet. En daarin liggen natuurlijk rijke aanknopingspunten. Want is de tijd waarin wij leven niet duister als de nacht? En leert Rembrandt ons niet de wacht te houden bij alles wat onze traditie ons sinds twintig eeuwen christendom heeft overgeleverd?

Zie hier hoe het kunstzinnig geloof is gebaseerd op een later aanslibsel uit de kunsthistorie, want de Nachtwacht beeldt in het geheel geen wacht bij nacht af! Evenzo vergaat het menig evangelieverhaal. De historische omstandigheden, het joodse milieu waarin en waarvoor de verhalen geschreven werden, het omvangrijke gedachtegoed van het toenmalige jodendom, de literaire methoden van de bijbelschrijvers, de persoon van de evangelist en zijn eigen "theologische" visie, de meningsverschillen tussen de evangelisten onderling...., dat alles speelt in de beschouwingen van veel christelijke theologen vaak geen enkele rol.

De preek die ds. Kees Mos in maart 2005 over Judas als prototype van de jood hield in een PKN-kerkdienst in Wassenaar en die de laatste weken veel stof doet opwaaien in de media, toont aan dat dergelijke nachtwacht-exegese nog altijd bestaat. Erger nog, deze preek laat zien hoe nachtwacht-exegese door onwetendheid gemakkelijk kan omslaan in nachtmerrie-exegese. Je gelooft immers je ogen niet als je leest hoe Judas, Juda, Jood even in een vloek en een zucht op één hoop worden geveegd. Alles wat Judas zegt en doet is door en door joods, aldus Mos. "Zo legt Judas de zonde bloot, die door de bijbel 'jood' wordt genoemd. De zonde dat de geroepene Gods eigenlijk leeft als een dier" (sic!). De preek is doorspekt van anti-joodse uitspraken. Op de website van dagblad Trouw (www.trouw.nl/deverdieping) is de volledige tekst te lezen.

En dan kan ds. Mos wel met een beroep op Miskotte beweren, dat het niet gaat om een land of een volk, maar om een bepaalde wijze waarop mensen 'mens zijn', maar hoe geloofwaardig is dat als hij er later Hitler ook nog bijhaalt? Huiveringwekkend wordt zijn preek als er over Hitler gezegd wordt dat hij eigenlijk veel beter in de Bijbel thuis was dan wij gewoonlijk voor waar willen houden. "Want Hitler zei: dan moet de Jood ook maar verdwijnen! Want er moet toch een nieuwe mens komen! Deze door God uitverkoren mens heeft zich als Judas bewezen. Als een verrader van Gods zaak, als deserteur, als vijfde colonne. Dan moet er een nieuwe mens komen." Kennelijk is ds. Mos met zijn studie van de uitleg van het Nieuwe Testament niet verder gekomen dan het Duitsland van de jaren dertig uit de vorige eeuw. Onwetendheid noemde ik het hierboven, maar deze onwetendheid is niet onschuldig of aan te voeren als verzachtende omstandigheid, nee, zij is ernstig verwijtbaar!

Immers, sinds de Tweede Wereldoorlog is er in de hele christelijke wereld, maar ook van joodse zijde, een stroom van bijbelkundige literatuur op gang gekomen, waarin publicatie na publicatie het joodse karakter van het Nieuwe Testament wordt aangetoond. Een literatuur waarin met keur van argumenten betoogd wordt dat Jezus nooit een eigen godsdienst losgemaakt van het jodendom heeft willen stichten. Publicaties waarin het ene na het andere bijbelverhaal van een nieuwe uitleg wordt voorzien die vele malen beter aansluit bij de joodse belevingswereld van Jezus' tijd, dan de christelijke uitleggingen die er vanaf het eind van de tweede eeuw aan gegeven zijn in de kerk. Recent heb ik zelf nog in mijn boek "Lukas versus Matteüs" (voorjaar 2005) laten zien dat de rol van Judas in het evangelie van Matteüs niets te maken heeft met de uitleg die ds. Mos eraan geeft, maar gezien moet worden als een midrasj op de verhalen over de vervolging van David door zijn zoon Absalom. En ook als men vraagtekens plaatst bij deze stroom van publicaties, dan nog dient elke predikant er kennis van te hebben genomen en er serieus rekening mee te houden bij het voorbereiden van zijn preken.

Hoe is het mogelijk dat iemand predikant kan worden in de Protestantse Kerk van Nederland zonder gedegen kennis van het joodse karakter van de evangeliën? Zijn er dan nog steeds theologische opleidingen die predikanten afleveren die op dit terrein onwetend zijn? Als ik mijn leerhuisstudenten moet geloven, dan is ds. Mos misschien wel een extreem geval, maar beslist geen uitzondering. Op vele christelijke kansels wordt helaas nog elke zondag nachtwacht-exegese bedreven. Het is te hopen dat ds. Mos na deze affaire in elk geval één bijbelverhaal en één joodse feestdag beter heeft leren verstaan: op poeriem, het feest van Esther en Mordechai, vieren de joden dat het uiteindelijk slecht afloopt met mensen die "mens" zijn zoals Haman, Hitler en Sadam Hoessein dat waren.

Artikel gepubliceerd in: Judaica-Bulletin, jrg. 19 nr. 4, juli 2006
This is the website of Peter van 't Riet