Liturgische teksten

Dankgebed na de maaltijd - Bewerking: Peter van 't Riet - 2011

Het joodse dankgebed na de maaltijd, dat te vinden is in de Siddoervertaling van Dasberg (Jeruzalem 1977, p. 345 e.v.), kan met enkele aanpassingen ook gebruikt worden door niet-joden die een joodse levensoriëntatie hebben. Het gebed bestaat tegenwoordig uit vier strofen. In Jezus' tijd behoorden alleen de eerste drie strofen tot het dankgebed na de maaltijd.

Die voorgaat:

   Beste mensen, laat ons de dankzegging uitspreken.

Het gezelschap:

   Moge de Naam van de Eeuwige geprezen worden van nu tot in eeuwigheid.

Die voorgaat:

   Laten wij het dankgebed uitspreken voor onze God, wiens voedsel we hebben genuttigd.

Het gezelschap:

   Geprezen is onze God, van wie komt wat we hebben genuttigd en door wiens goedheid wij leven.

Die voorgaat:

   (1) Geprezen ben Jij, Eeuwige, onze God, koning van de wereld die de hele wereld door zijn grote goedheid, welwillendheid, vriendschap en liefde van voedsel voorziet. Hij geeft aan ieder levend wezen voedsel, want onbeperkt is zijn vriendschap. Door zijn grote goedheid hebben wij nooit gebrek geleden; moge er voor ons nooit en te nimmer gebrek aan voedsel zijn, om der wille van zijn grote Naam. Hij is het immers die allen voedsel en levensonderhoud verschaft, die allen goed doet en voor al de door hem geschapen schepselen voeding verzorgt.

Het gezelschap:

   Geprezen ben Jij, Eeuwige, die allen van voedsel voorziet.

Die voorgaat:

   (2) Wij danken jou, Eeuwige, onze God, dat Je Israël een heerlijk, goed en ruim land hebt gegeven en ons, Eeuwige, onze God, met hen uit het land Egypte hebt weggevoerd, ons van het regime van slavernij gered hebt. We danken Je voor het verbond met Jou, voor je Tora die Je ons geleerd hebt, voor je wetten die Je ons bekend hebt gemaakt, voor het leven, de welwillendheid en de vriendschap, die Je ons hebt geschonken en voor het genot van het voedsel waarvan Je ons voorziet en waarmee Je ons onderhoudt, altijd, iedere dag, elke tijd en ieder uur. Voor dit alles, Eeuwige, onze God, danken wij Jou en prijzen wij Jou - moge je Naam steeds door alles wat leeft geprezen worden in alle eeuwigheid - zoals geschreven is: "En als je dan naar genoegen gegeten hebt, dank dan de Eeuwige je God, voor het goede land dat Hij je gegeven heeft" (Deuteronomium 8:10).

Het gezelschap:

  Geprezen ben Jij, Eeuwige, voor het land en voor het voedsel.

Die voorgaat:

   (3) Ontferm Je, Eeuwige, onze God, over Israël, je volk, over Jeruzalem, je stad, over Tsion, het verblijf van je majesteit, over het koningschap van het huis van David, de door Jou gezalfde, en over de grootse en gewijde tempel, waaraan je Naam verbonden is. Onze God, onze Vader, wees herder over ons, voed ons, verschaf ons levensonderhoud, verzorg ons in ruime mate en geef ons, bij al onze zorgen, spoedig weer verruiming. Laat ons toch, Eeuwige, onze God, niet afhankelijk zijn van de goede gaven van mensen, nog van hun leningen, maar alleen van jouw volle, open, heilige, ruime hand, zodat we ons nooit en te nimmer hoeven te schamen en te blozen. Bouw dan Jeruzalem, de heilige stad, spoedig in onze dagen.

Het gezelschap:

   Geprezen ben Jij, Eeuwige, die Jeruzalem bouwt met liefde. Amen!


This is the website of Peter van 't Riet