Vraag&Antwoord

Antisemitisme (2) - Peter van 't Riet - 2015
Kan antisemitisme verklaard worden uit het feit dat het voor niet-joden onmogelijk is jood te worden?

Vraag : Bij Antisemitisme (1) zeg je dat het antisemitisme voortkomt uit het feit dat het jodendom op allerlei terreinen sterk afwijkt van andere godsdiensten en culturen. Maar ook andere religies vinden dat van zichzelf. Kan het ook zijn dat het komt omdat een niet-jood geen lid kan worden van hun geloofsgemeenschap? Dat roept mogelijk aversie op. Ze plaatsen zich daardoor buiten de wereldbevolking en blijven relatief klein en kwetsbaar.

Antwoord : De vraag naar de herkomst van het antisemitisme is een intrigerende vraag, maar een sluitend antwoord erop is - vrees ik - niet te geven.

De gedachte dat antisemitisme wordt opgeroepen, omdat een niet-jood geen lid kan worden van de joodse gemeenschap, geeft ook al geen afdoende antwoord. Dat is in de eerst plaats omdat niet-joden in beginsel wél jood kunnen worden. Er is een bekeringsprocedure, niet eenvoudig maar ook niet onmogelijk. Men wordt onderzocht op een waarachtig motief om tot het jodendom over te gaan. Dit kan - vooral in orthodoxe kring - lang - soms jaren - duren, omdat men zekerheid wil hebben. Daarna volgt de kandidaat onderwijs en doet een examen bij een college van rabbijnen. Wordt hij/zij geaccepteerd dan volgt voor mannen de besnijdenis en vervolgens voor mannen zowel als vrouwen het rituele bad (de "doop" zou je kunnen zeggen). Daarna is men jood. Per joodse groepering is de procedure zwaarder of minder zwaar. De ene groep hecht meer waarde aan kennis en het praktiseren van het joods-wettelijke leven, de andere groep let meer op de intentie van de kandidaat.

In de tweede plaats was het in de Oudheid eenvoudiger en ook meer gebruikelijk om tot het jodendom toe te treden. Veel heidenen (niet-joden) deden dat, terwijl er toen ook al veel antisemitisme bestond. Maar toen het christendom staatsgodsdienst werd in het Romeinse rijk en later in de Europese vorstendommen, werd de overgang tot het jodendom bemoeilijkt of zelfs verboden. De rabbijnen hebben zich gerealiseerd dat dat een nog sterkere motivatie bij kandidaat-bekeerlingen vereiste en hebben de procedures zo zwaar gemaakt dat het nog maar voor enkelingen is weggelegd om op orthodoxe wijze "uit te komen" (tot het jodendom over te gaan). Die situatie is dus niet een oorzaak, maar een gevolg van antisemitisme geweest. Anders gezegd: nog voordat het moeilijk werd om tot het jodendom over te gaan, was er al antisemitisme.

Antisemitisme is bovendien geen kenmerk, houding of verschijnsel van het jodendom zelf, maar van de niet-joodse omgeving. Daarom is het denk ik beter de oorzaken ervan niet in het jodendom te zoeken, maar in de niet-joodse omgeving en in de niet-joodse cultuur. Waarom hebben zoveel mensen vandaag een kennelijke behoefte om zich anti-joods op te stellen en te gedragen, terwijl ze vaak nauwelijks joden in hun omgeving hebben, laat staan op de hoogte zijn van het jodendom? Is dat niet een interessantere insteek?


This is the website of Peter van 't Riet