Vraag&Antwoord

Vergeving (3) - Peter van 't Riet - 2016

Vraag : Bij Vergeving (2) heb je betoogd dat ieder die leeft als een “zoon des mensen”, zonden vergeving door God kan aankondigen aan wie zich tot de Tora bekeert. Toch is er nog iets in Markus 2:10 dat mij niet helemaal duidelijk is. In diverse vertalingen wordt in dat vers vertaald met “[dat de zoon des mensen macht heeft] om zonden te vergeven”. Het woord ‘om’ betekent zoiets als ‘met het doel’ of ‘ten einde’. Als dat zo is, lijkt het dat Markus hiermee aangeeft dat Jezus een bijzondere positie bekleedde. Hij heeft een speciale opdracht om zonden te vergeven. Kun je aangeven of mijn interpretatie klopt?

Antwoord : Je vraag spitst zich toe op het woordje ‘om’ in de vertaling van Markus 2:10. Als je de Griekse tekst van Markus 2:10 bekijkt, kun je constateren dat de vertaling ons weer op het verkeerde been zet. Het woordje ‘om’ is in dit verband typisch Nederlands spraakgebruik. In het Grieks ontbreekt het. Zelfs in het Nederlands kun je het weglaten: “dat de zoon des mensen/mensenzoon gezag heeft zonden te vergeven”. Er is dus geen sprake van een speciale opdracht, maar van een “bevoegdheid” die in Jezus’ ogen elke mensenzoon heeft.

Ik merk verder op dat in het Grieks er ook geen directe verbinding is tussen ‘gezag’ en ‘zonden vergeven’. Beide uitdrukkingen zijn in het Grieks gescheiden door vijf andere woorden. De tekst luidt letterlijk: “... dat echter jullie weten zullen dat gezag heeft de zoon vande mens [te] vergeven zonden op de aarde...” Zoals ik al betoogde geldt dat voor ieder die leeft als een zoon des mensen/mensenzoon (een mens zoals God de mens in de Tora bedoeld heeft).


This is the website of Peter van 't Riet