Boekbespreking

De discipel N.N. - J.A. van der Meiden - 1997
Kerknieuws Breda, Kerk en Israël, 20 maart

Bij Ten Have verscheen een boek van dr S.P. van 't Riet onder de titel "Het evangelie uit het leerhuis van Lazarus". De ondertiteling luidt: "Een speurtocht naar de joodse herkomst van het vierde evangelie". Het is een uitdagend boek.

Wanneer de schrijver veronderstelt dat Lazarus de bruidegom was die te Kana trouwde met een tante van Jezus dan ligt het voor de hand dat iemand die het boek verder niet gelezen heeft de schouders ophaalt en aan een wilde fantasieroman denkt.

Het zegt echter wel iets dat de gereformeerde theoloog Willem Zuidema, een goed kenner van Israël en jodendom, het boek met een warme aanbevelin begeleidt. De schrijver heeft eerder over de andere evangeliën geschreven en samen met Will Barnard over het boek Jona. Ongetwijfeld zal hij op tegenspraak moeten rekenen, maar hij levert een gedegen studie en zijn boek inspireert wel om het Johannesevangelie nog eens te lezen.

In de gangbare opvatting geldt het vierde evangelie als anti-joods. Maar van 't Riet stelt dat het griekse woord "Judaioi" in de meeste gevallen vertaald dient te worden met "Judeeërs". Wanneer men het woord met "joden" vertaalt dan zou Jezus Jeruzalem hebben verlaten en naar Galilea zijn gegaan om de joden te ontlopen. Maar waren de Galileeërs dan geen joden? En wat was Jezus zelf?

Volgens de traditionele opvatting was Johannes, de zoon van Zebedeüs de discipel "dien Jezus liefhad". Maar van 't Riet denkt aan Lazarus. In Johannes 11:3 wordt hij genoemd "die dien Gij liefhebt". Het vierde evangelie zou dan ook door leerlingen van Lazarus zijn geschreven. Met veel personen die niet met name worden genoemd zou Lazarus worden bedoeld. Dit boek roept zeker vragen op. Van 't Riet ziet een nauwe relatie tussen de Essenen enerzijds en Johannes de Doper en het vierde evangelie anderzijds. Niet op losse schroeven. Volgens hem was Johannes de Doper als zoon van Zacharias ook priester. Daar valt niets tegen in te brengen. Maar Lazarus zou ook een priester zijn. Over zijn priesterschap wordt in het evangelie met geen woord gesproken. Maar hij ging het graf van Jezus pas binnen toen hij zeker wist dat het leeg was. Want aan een priester was het niet toegestaan het lichaam van een dode te naderen.

In een slotopmerking zegt van 't Riet dat hij niet de illusie heeft het laatste woord over het vierde evangelie te hebben geschreven. Maar wel wil hij een bijdrage leveren tot de diskussie over dit boek.

Het verbaasde mij indertijd dat de joodse historicus Jaap Meijer zo positief oordeelde over het vierde evangelie. Maar na lezing van de studie van van 't Riet begrijp ik zijn belangstelling beter.


This is the website of Peter van 't Riet