Boekbespreking

Boekbespreking Zonder Tora leest niemand wel - Anoniem - 1987
Schrift (september)

Na de boeiende studie over Lukas (Lukas de Jood) hebben Barnard en Van 't Riet een nieuw boek doen verschijnen, waarin zij systematisch duidelijk proberen te maken wat een "joodse leeswijze" van het Nieuwe Testament kan zijn. Wat zijn de vooronderstellingen: wat behoort een minimale voorkennis te zijn en op welke wijze kan men te werk gaan. Het resultaat is een zeer leesbaar boek geworden, waarin op een concentrische wijze wordt gewerkt.

Vanuit de brede context (de hebreeuwse achtergrond van de evangeliën) werken de schrijvers toe naar een gedetailleerd voorbeeld, het verhaal in de evangeliën over de verzoeking van Jezus in de woestijn. Het eerste hoofdstuk is zoals gezegd een uiteenzetting over de hebreeuwse taal, de eigenheid daarvan en de konsekwenties van deze taal voor het inzicht in bijbels-hebreeuws en joods denken. Het tweede hoofdstuk gaat in op de literatuur, die tot de achtergrond behoort van de evangeliën: de Tenach, de apokriefe literatuur, de traditie van de rabbijnen, de targoemiem en de griekse literatuur van het diaspora-jodendom te beginnen met de Septuaginta. Het derde hoofdstuk gaat in op de gebruiken, de gewoonten en het dagelijkse leven van het jodendom in de tijd van het begin van de jaartelling. De evangeliën worden uitgelegd als "midrasj" literatuur in het vierde hoofdstuk. Dit is feitelijk de hoofdthese van de schrijvers. Uitvoerig gaan zij dan ook in op wat midrasj naar hun mening is en hoe in de evangeliën op deze manier Tenach en mondelinge Leer met elkaar verbonden worden. De grondige exegese van het verhaal van de verzoeking sluit dit hoofdgedeelte van het boek af. Daarna komen nog twee hoofdstukken: Over "de scheiding der wegen van Jodendom en Christendom" en een reflectie op de oriëntatie van christenen op het Jodendom.

De stijl van de schrijvers is zeer helder, vaak enthousiast, je proeft het engagement, waarmee zij te werk gaan. Toch schuilt daarin ook soms de zwakheid van het boek. Soms wordt wel al te stellig een bewering geponeerd. Het midrasjgenre als de enige uitlegmogelijkheid van de evangeliën "Pas als we de evangeliën opvatten als midrasj, komen zij tot hun volle recht" doet wel zeer absoluut aan. Dat Paulus door hen als de grote boosdoener wordt beschouwd in het proces van het uiteengaan van Joden en Christenen "zijn brieven lijken meer op de uiteenzetting van een filosoof dan van een rabbijn", lijkt mij te polemisch Ook bij de voorbeelden zouden naar mijn mening de conclusies best wat opener gesteld mogen worden. Zo bij het verhaal over de moord op Zacharja ben Berechja (blz. 36 e.v.). Het zou kunnen zijn, dat een historische gebeurtenis hier sterker gewerkt heeft dan de auteurs doen vermoeden. 

In zijn geheel is "Zonder Tora leest niemand wel" een prima boek. Het bevat goed materiaal waarmee in leerhuizen door christenen geleerd kan worden. Het boek kan als model dienen op welke manier ook in het christendom een sterke "leertraditie" op gang zou kunnen komen. Dat al te stellige uitspraken dan onder kritiek zouden komen te staan, dat de neiging al te sterke zwart-wit schema's op te stellen gecorrigeerd kunnen worden, behoort tot een dergelijke leerproces. De evangeliën als midrasj zonder dat als absolute waarheid op te vatten, geven in ieder geval de mogelijkheid op een open manier met stem en tegenstem de evangeliën te leren!


This is the website of Peter van 't Riet