Boekrecensie

Boekbespreking Als een duif naar het land Assur - Panc Beentjes - 1989
Streven (april)

Na hun interessante publikaties Lukas de Jood (1984) en Zonder Tora leest niemand wel (1986), van welke ik u met name de eerste warm aanbeveel, heeft dit schrijversduo thans een tamelijk omvangrijke studie over het intrigerende profetenboekje Jona het licht doen zien.

Het fraaie literair karakter van dit bijbelboek, dat een zeer constante structuur blijkt te herbergen, wijst allerwege naar de speciale boodschap die het wil overdragen. Met behulp van materiaal dat met name aan Genesis 1-11 en aan de Elia-verhalen is ontleend wordt de intentie van dit kleine bijbelboek nader geconcretiseerd. Jona staat voor die Israëliet die zich in de tijd van de heropbouw na de Babylonische ballingschap oriënteert op de vrije Griekse wereld, die als het ware zijn natuurlijke bondgenoot vormt bij het weerstaan van het gezag van het Perzische Rijk. De auteurs van het boekje Jona stellen echter dat dit Perzische Rijk lang niet zo onveranderlijk kwaad is als de hoofdfiguur Jona wel meent.

Deze nieuwe publikatie zit boordevol belangrijke informatie, met name over de geschiedenis van het Nabije Oosten ten tijde van de opkomst van de Perzen, die toch maar een einde hebben gemaakt aan de Babylonische ballingschap. Natuurlijk zijn er ook aspecten waarin ik niet met de schrijvers meega. Dat de loop van Israëls geschiedenis tot aan de Perzische tijd zijn weerslag zou hebben gevonden in de opbouw van het boek Jona (pp. 82 e. v.) vind ik tamelijk gezocht. Ook deel ik hun visie niet, dat het boek Jona 'parallel loopt met de liturgische cyclus van een jaar' (p. 75); met name de positie van het feest Simchat Tora ('Vreugde der Wet') klopt mijns inziens niet. Laten we het er maar op houden dat het reeds veelzeggend genoeg is dat het boek Jona wordt gelezen in de namiddag van Grote Verzoendag, een moment dat vanuit zichzelf allerhande cruciale zaken naar zich toetrekt.

Gelet op de ondertitel die deze publikatie heeft meegekregen moet mij van het hart dat ik in de verklaring van het boek Jona weinig heb aangetroffen dat vanuit de 'rabbijnse traditie' wordt ingebracht. Het is in dat verband nogal opmerkelijk dat er geen afzonderlijke paragraaf te vinden is over de rol van Jona in de evangeliën (die zelfs eerder dan - of in elk geval gelijktijdig met - die rabbijnse traditie gesitueerd moeten worden). Het boek opent met een woord-voor-woord-vertaling van het profetisch geschriftje, vergezeld van korte verklarende notities; helaas is de transcriptie van het Hebreeuws in tabel niet overal even geslaagd (m.n. de letter ayin). In het slothoofdstuk vinden we die vertaling wederom, maar nu voorzien van een zéér uitvoerig commentaar. Aldus geven de schrijvers met een stijlfiguur aan dat de tekst begin- en eindpunt is. Er is in dit boek veel te vinden dat het boek Jona verstaanbaar maakt. Soms echter zijn de uitlatingen van de schrijvers te mooi om waar te zijn. Met name in bijbelgroep en leerhuis kunnen zij op hun waarde worden getoetst.


This is the website of Peter van 't Riet