Vraag : Ik heb altijd gedacht dat het artikel op Wikipedia over naastenliefde de clou ervan goed weergeeft. Waar komt dan uw idee vandaan dat de naaste iemand is die je in de ogen moet kunnen kijken?
Antwoord : De weergave van de gelijkenis op Wikipedia is wel erg kort door de bocht en plaatst het verhaal niet helemaal in het juiste perspectief. Het is nl. niet zo dat de priester en de leviet "weigeren hun handen vuil te maken". Ook op hen rust te plicht een mensenleven te redden als dat niet door anderen gedaan kan worden. Als dat wel het geval is (als niet-priesters en niet-levieten hulp kunnen verlenen), dan mógen zij het niet doen, omdat ze uit oogpunt van hun functie in de tempel zich niet met zieken, gewonden en doden mogen inlaten (de theologische achtergrond daarvan laat ik nu even rusten). De weg van Jeruzalem naar Jericho was geen eenzame weg en er waren genoeg anderen die hulp konden verlenen, zoals blijkt uit de passerende Samaritaan.
Verder waren Samaritanen niet een willekeurig heidens volk. Het was een aan Israël verwant volk en dat verklaart de animositeit tussen beide volken, die overigens wederzijds was. Samaritanen hadden hun eigen versie van de Tora en hun eigen heilige berg Gerizim, waar zij tot op de dag van vandaag hun pèsach-lammeren slachten. Je kunt de verhouding vergelijken met die van katholieken en protestanten in de 16e en 17e eeuw. In de joodse groepering van de Farizeeën leefde de opvatting dat zolang de Samaritanen hun gebeden bleven zeggen in de richting van de berg Gerizim, zij niet tot Israël behoorden, maar zodra zei zij die zouden zeggen in de richting van Jeruzalem, zij wel tot Israël behoorden.
Opmerkelijk is nu dat - als je goed leest - niet de gewonde man de naaste is die uit liefde moet worden geholpen, maar de Samaritaan is de naaste van de gewonde man die door hem geholpen wordt. Naastenliefde is in dit verhaal dus niet dat je slachtoffers helpt, maar dat als je slachtoffer bent, je van je hulpverlener moet houden!
Lukas laat Jezus hiermee zeggen dat een Samaritaan die zich hulpvaardig opstelt, door een jood moet worden beschouwd als een naaste om lief te hebben in plaats van als een vijand. Let wel: ook de Samaritaan doorbreekt de mores van zijn eigen groep door een joods slachtoffer te helpen in plaats van hem links te laten liggen. In zoverre heeft de Wikipedia gelijk: het komt erop aan wat iemand doet voor zijn medemens, niet wat hij is op grond van de groep waartoe hij behoort.
De naaste tête-à-tête
Nu je eigenlijke vraag. In dit verhaal van de barmhartige Samaritaan is sprake van een directe, tête-à-tête confrontatie tussen twee mensen. In dat geval is er altijd sprake van een naaste. Het bijbelse begrip naaste (ree'a) is niet van toepassing op mensen ver weg, zoals veel christenen het begrip tegenwoordig veel te breed gebruiken door over de zogenaamde "verre naaste" te spreken. Ze bedoelen dan mensen die in verre landen wonen en die zij vanuit de plicht tot naastenliefde moeten helpen. Maar in de Bijbel zijn de inwoners van die verre landen daar als eersten zelf verantwoordelijk voor.
Het bijbelse begrip 'naaste' gaat - evanals het begrip "lief hebben" (ahav) - over mensen met wie je zichtbaar, hoorbaar, tastbaar omgaat. De naaste is iemand die je kunt slaan (Exodus 2:13); tegen wie je vals kunt getuigen (Exodus 20:16); wiens vrouw etc. je kunt begeren (Exodus 20:17); iemand die je kunt doden (Exodus 21:14); wiens rund door jouw rund kan worden dood gestoten (Exodus 21:35). We kunnen dat begrip 'naaste' dus beter niet oprekken tot iedereen die waar dan ook in de wereld in nood verkeert, want dan verliest het zijn kracht.
Helpen op afstand is geen naastenliefde. Voor hulp aan mensen in nood die niet tot je directe omgeving behoren, zijn andere bijbelse begrippen van toepassing zoals rechtvaardigheid (tsêdaqah). Daar gelden andere regels voor dan voor naastenliefde. Maar daar gaat het verhaal van de barmhartige Samaritaan niet over.