Boekrecensie

Boekbespreking De slip van een Joodse man vastgrijpen - Willem S. Duvekot - 1990
Hervormd Utrecht (8 juni)

Dit is een verrassend boek. Als christenen worden we hier met ons zelf geconfronteerd aan de hand van de vergelijking van onze christelijke eredienst met de Synagogale eredienst. Daarbij blijken twee totaal verschillende grondhoudingen mee te spreken.

Voor de christenen ligt de nadruk op de ootmoed bij hun mogen naderen tot de Allerhoogste; zij weten zich zondaars die Gods vergeving nodig hebben; de boodschap van de Heer wordt hun aangezegd door de kerkelijke vertegenwoordigers, die in naam van God hun ambt vervullen. Bij de Synagoge ligt de nadruk op de gemeenschap, op de mondigheid van elk gemeentelid; door samen te bidden, te zingen en te lezen komt men dichter bij Gods bedoeling met de mens; de Eeuwige schakelt de mens in opdat deze Zijn schepping voltooien zal. Iedereen is gerechtigd om de dienst te leiden, een rabbijn is daarbij beslist niet nodig. De schrijvers geven een uitvoerige toelichting bij deze kenmerken.

Aan de hand van de tekst van twee gehouden kerkdiensten wordt een voorbeeld gegeven hoe de joodse achtergrond van het christelijke geloof in de eredienst zelf duidelijk naar voren gebracht kan worden. Er wordt gepleit om wekelijks een gedeelte uit de Thora in de christelijke eredienst te lezen. Uit de verhalen in de Handelingen der apostelen blijkt dat dit zeer belangrijk is. Dat “vormt als het ware de garantie dat de jonge gemeenschap zijn Joodse oorsprong zal trouw blijven" (p. 80).

De in deze diensten gehouden prediking/vertelling is zeer actueel; verfrissend om te horen. Wel lijkt mij de gegeven uitleg van de gelijkenis van de verloren zoon niet juist. Jezus heeft daarin zeker alleen tot het joodse volk gesproken; de heidenen zullen door Hem daarin niet bedoeld zijn. Daar moet onze toepassing dan ook van uitgaan. Een gelijkenis kan wel allegorische trekken vertonen, maar is toch iets anders dan een allegorie.

Naast de waardering voor het hier gebodene roept dit boek toch veel vragen op. De belangrijkste is wel: hoe ver moeten we als heiden-christenen gaan in onze eredienst met de aanpassing aan de Joodse liturgie, aan Joodse gebruiken? De joden die Jezus als Messias belijden, hebben diverse bezwaren hiertegen. Zo stemmen zij er niet mee in als de zegen van Aäron uit Numeri 6 : 24-26 in een christelijke eredienst wordt gebruikt. Ondervangen de schrijvers dit bezwaar werkelijk door deze zegen als citaat uit te spreken?

Maar het blijft een verrassend boek. Het is ongetwijfeld heilzaam wanneer christenen zich met de neus op de feiten laten drukken: hoe zijn we in onze kerkdienst bezig? Ik hoop zeer dat dit boek mag bijdragen aan een bezinning over deze uiterst belangrijke vragen in de christelijke kerk.


This is the website of Peter van 't Riet