Boekrecensie

Boeiende bloemlezing van rabbijnse commentaren - Drs. A.C. Kooyman - 1991
Nieuw Israëlitisch Weekblad (19 april)

Joodse schriftuitleg, of liever rabbijnse schriftuitleg, is veelzijdig en creatief en daarom ook zo boeiend voor wie met dit fenomeen bekend is. Traditioneel wordt er onderscheid gemaakt tussen de meer letterlijke interpretaties, de p'sjat, en de vrijere uitleg, de d'rasj. Beide benaderingen, de een meer zakelijk en de andere meer creatief, lopen door elkaar en zijn ook niet zo makkelijk te onderscheiden.

De huidige wetenschappelijke leeswijze van Tenach benadert nog het meest de p'sjat, minutieus worden woorden en zinsconstructies van de Hebreeuwse tekst onderzocht en wordt een mogelijke betekenis van de tekst vastgesteld. Rasji, de grote talmoedist en exegeet rond het begin van de twaalfde eeuw, bemerkte al dat er met de eerste woorden van Tenach iets niet in de haak is. Er staat immers "Beresjiet bara elohiem" en niet "Baresjiet." Dat laatste zou betekenen: "In het begin schiep God." Maar dat staat er juist niet. De eerste woorden van Beresjiet moeten dus zo worden vertaald: "In het begin van het scheppen door God." Deze geleerdheid van Rasji kunnen we vandaag nog in heel wat moderne bijbelcommentaren terugvinden. Niet de grammaticale kant maakt rabbijnse interpretaties populair, maar de enorme rijkdom aan gedachten die men aan de teksten weet te ontlokken.

Rabbijn Gradwohl heeft in zijn vijfdelige werk Bibelauslegungen aus jüdischen Quellen een bloemlezing samengesteld uit honderden rabbijnse commentaren op Tenach. Het boekje Uit joodse bronnen is op zijn beurt weer een selectie uit die selectie. Ik kan niet ontkennen dat zowel Gradwohl, in de keuze uit de joodse commentaren, als Van 't Riet, in zijn voorkeur voor bepaalde hoofdstukken, goede smaak hebben.

Van 't Riet heeft gekozen voor een vijftal verhalen uit Genesis en twee verhalen uit Exodus. Het zijn kostelijke verhalen, op smaak gebracht met prachtige zinsneden uit rabbijnse schriftgeleerdheid. De verleiding om te citeren is met moeite te weerstaan. Ik vind het alleen jammer dat de keus vrijwel altijd valt op de bekende hoofdstukken. Het scheppingsverhaal. Het offer van Jitscha'k (de transcriptie van Zuidema). De brandende braamstruik en het Pesachverhaal. Is het niet mogelijk om eens wat minder geliefde of bekende verhalen te nemen? Ik wed dat de rabbijnen en hun navolgers met die verhalen even goed uit de voeten kunnen. Dat zou. een opwaardering kunnen zijn van enkele vergeten of onderschatte bijbelverhalen.

De opzet van elk hoofdstuk is identiek. Eerst geeft Gradwohl een vertaling, vervolgens plaatst hij het verhaal in de culturele en historische context. Daarna licht hij enige kernwoorden toe. In het paragraafje De tekst in de exegese, trekt een keur van interpretaties aan de lezer voorbij. Gradwohl besluit elk hoofdstuk met Richtlijnen voor onze tijd. Vooral omdat de auteur de Hebreeuwse tekst (in transcriptie) bespreekt, is dit boekje geschikt voor mensen die enige basiskennis van het Hebreeuws bezitten.
Instructief is ook, dat de schrijver werkwoordsvormen determineert. Hij geeft aan van welk werkwoord een werkwoordsvorm moet worden afgeleid. Voor wie het Hebreeuws een beetje machtig is, is dat heel handig. Maar de enigszins gevorderde zal merken, dat Gradwohl op een enkel foutje is te betrappen. Een kniesoor die daar op let.

Ik had er zelf problemen mee dat rabbijnse interpretaties en min of meer taalkundige zaken door elkaar staan. De rabbijnen kenden Hebreeuws als geen ander, maar hun woordafleidingen zijn eerder speels en creatief dan zakelijk en taalkundig. Sjamaim (hemel) leidt Gradwohl af van sjam (daar), terwijl de Talmoed bijvoorbeeld de verklaring geeft: Sjam majim (daar is water): Maar de afleiding van Gradwohl is op zijn zachtst gezegd onzeker.

Gradwohl zelf, die door zijn werkwijze vrijwel op de achtergrond raakt, kiest een enkel keer voor een psychologische interpretatie. "Jakob bevindt zich in een psychische depressie," wanneer hij droomt van de ladder naar de hemel. Dat geeft aan het verhaal mijns inziens een biografisch accent, dat aan de verhalen van de Tenach vreemd is.

 


This is the website of Peter van 't Riet