Antwoord : Het dragen van een keppeltje in sjoel en bij allerlei andere gelegenheden is voor zover ik weet geen Tora-plicht voor joden. Het is pas in de 16e/17e eeuw algemeen gebruik geworden dat mannen in sjoel een keppeltje dragen. Hoewel er dus geen halachische verplichting is, geldt in joodse kring tegenwoordig: een jood draagt een keppeltje! Het mag ook een andere vorm van hoofdbedekking zijn.

Voor niet-joden is er dus ook geen plicht om het hoofd te bedekken bij welke verrichting dan ook. Alleen uit beleefdheid als we aan een joodse bijeenkomst deelnemen dragen we als man een kipa. Zelfs als het voor joden een mitswah zou zijn een keppeltje te dragen, dan nog steeds niet voor niet-joden. Een niet-jood vervult geen mitswah, tenzij die voor hem/haar bedoeld is. Maar de hoofdbedekking behoort niet tot de Noachidische geboden.

Anderzijds is het mijns inziens niet verboden voor niet-joden om een kipa te dragen bij het uitvoeren van bepaalde verrichtingen buiten de joodse gemeenschap. Je noemt Tora-lezen en beracha uitspreken in je eigen huis. Daar rust geen verbod op. Maar er is zeker ook geen aanbeveling van joodse kant. De keuze is dus aan jezelf. Als je het - zoals je zegt - in huiselijke kring doet uit een religieuze behoefte om je meer verbonden te voelen met de joodse traditie en de Eeuwige, dan is er mijns inziens niets mis mee.

Wel ben ik van mening dat je als niet-jood geen joodse kledij (kipa, gebedsmantel, chassidisch tenue) in het openbaar moet dragen. Je geeft anderen dan de indruk dat je jood bent, terwijl je het niet bent en dat zou je als een vorm van bedrog kunnen beschouwen. Het dragen van een kettinkje met een Davidster of Chaj-diagram kan wat mij betreft wel. Het heeft inmiddels de betekenis van verbondenheid met het joodse volk en met de staat Israël ook als je zelf geen jood bent.

Samengevat: thuis voor jezelf een keppeltje dragen: prima, maar in het openbaar: alleen als je deelneemt aan een joodse bijeenkomst.