Vraag&Antwoord

Het bestaan van de ziel (1) - Peter van 't Riet - 2020
Bestaat de ziel al voor de geboorte?

Vraag : Is het zo dat men in het Jodendom gelooft dat de ziel van de mens al bestaat, voordat hij in het lichaam komt en na de dood blijft bestaan wachtend op de opstanding der doden? En zou je deze gedachte ook op Jezus kunnen toepassen, zodat hij voor zijn geboorte al heeft bestaan bij God?

Antwoord : Je vraag over de joodse opvatting over leven en dood is niet zo eenvoudig te beantwoorden, tenzij het antwoord zou luiden: "Die opvatting bestaat niet." Er zijn namelijk tal van opvattingen over leven en dood in het jodendom, zowel historisch als heden ten dage. Maar het bij dat antwoord laten, is natuurlijk niet bevredigend.

In Tenach (de Hebreeuwse Bijbel) bestaat er geen echt leven na de dood. De gestorvenen worden voorgesteld als schaduwen in het dodenrijk (de sjê’ool). De doden hebben daar ook geen persoonlijkheid meer, omdat kenmerkend voor de mens is dat hij/zij een levend lichaam bezit. Het jodendom is dan ook van oudsher vooral gericht op het leven hier en nu op aarde. Lichaam/vlees (basar) en ziel (nèfèsj) vormen één ondeelbaar geheel. De schaduw die na de dood van iemand overblijft, wordt nergens in Tenach 'ziel' (nèfèsj) genoemd. De mens is dus in het jodendom van origine een bezield lichaam en niet - zoals in het Griekse denken - een geïncarneerde ziel.
#Pas in de hellenistische tijd (ca 320 vCJ-200 CJ) ontstaan er bij sommige joodse groepen veranderingen in bovenstaande opvatting. Onder Griekse invloed gaan zij de ziel (nèfèsj) verzelfstandigen. De ziel blijft dan na de dood in leven. Maar omdat joden zich de mens uiteindelijk toch niet goed kunnen voorstellen zonder een lichaam, wacht de ziel dan op de opstanding uit de doden om zich weer met het lichaam te verenigen. Alle joodse geschriften uit die tijd houden er echter verschillende voorstellingen op na over hoe dat proces zich zou gaan afspelen. Er is alles behalve eensluidendheid.

Onder de aanhangers van deze verzelfstandiging van de ziel is nu ook weer een kleine groep geweest die - alweer onder Griekse invloed - de zielen ging voorstellen als geschapen bij het begin van de schepping. Zij zouden zich dan tijdens de conceptie of geboorte met het lichaam verenigen om na de dood weer terug te keren naar hun hemelse oorsprong (een opvatting overgenomen uit het Platonisme). Ook vandaag zijn er nog wel joden die in een dergelijke incarnatie (of zelfs reïncarnatie) geloven, maar zij vormen een kleine minderheid. Het grootste deel van het jodendom heeft zich nooit erg druk gemaakt om wat er na de dood met de mens gebeuren zal. Zij laten dit graag een de Eeuwige over. Als je aan een rabbijn vraagt hoe hij denkt over het leven na de dood, kun je zomaar het antwoord krijgen: "Daar denk ik nooit over na, want ik heb al mijn tijd nodig om over het leven hier en nu na te denken."

Toegespitst op Jezus is het maar de vraag welke nieuwtestamentische bronnen je als leidend wilt nemen voor je eigen geloofsopstelling. In de evangeliën zie ik geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de evangelisten meenden dat Jezus al voor zijn geboorte bestond. Zij vertellen over hem als over een aardse messiasfiguur, zoals vrijwel alle joden zich de messias voorstelden in die tijd. Maar als je de brieven van Paulus als uitgangspunt neemt voor je geloof, dan is het inderdaad zo dat Christus vanaf het begin van de schepping als een hemelse figuur bij God aanwezig was. Jezus was in Paulus’ ogen de incarnatie van de hemelse Christus. Maar na zijn dood en opstanding zou niet zijn ziel, maar zijn vergeestelijkt lichaam worden opgenomen in de hemel. Zoals je echter uit de vorige alinea's kunt opmaken, berust deze idee van Paulus vooral op Griekse en hellenistische wijzen van denken. In mijn boeken 'Paulus' vorming en scholing in een hellenistisch-joods milieu' en 'Paulus als kind van de Grieks-Romeinse wereld' heb ik dat met veel voorbeelden laten zien. Je zult begrijpen dat voor mij persoonlijk de evangeliën belangrijker zijn dan de brieven van Paulus. Maar ieder moet daarin natuurlijk zijn eigen weg vinden.


This is the website of Peter van 't Riet